Zondag 23.05.2021

Zondag 23.05.2021

· Blog KEW 2021

Beste Vrienden van de Muziek

We hadden zonet de generale repetitie met Vitaly Starikov, de Russische finalist die maandagavond de spits zal afbijten en meteen ook voor de wereldcreatie van “D’un Jardin Féérique” zal instaan.

De titel van het verplicht werk verwijst naar het laatste deel (Le Jardin Féérique) uit Ma Mère l’Oye van Maurice Ravel. Ma Mère l’Oye, ofte Moeder de Gans, is een suite voor vierhandig piano, die Ravel oorspronkelijk schreef voor de kinderen van een bevriend koppel. Hij maakte er later ook een versie van voor orkest en er werd ook een ballet van gemaakt. Ma Mère l’Oye is een iconisch stuk uit Ravels oeuvre (en uit de hele twintigste-eeuwse, Franse muziek). Kenmerkend voor Le Jardin Féérique van Ravel is het enorm lange en uitgesponnen crescendo waarmee het deeltje eindigt.

Het exacte beginpunt van dat lange crescendo (het nulpunt, zeg maar, waar Ravel een Cmaj9-akkoord schrijft - voor de specialisten onder u) is voor Bruno Mantovani de insteek geweest voor het verplicht werk. Het is inderdaad een magisch moment, net voor de grote slotclimax, dat je wat mij betreft, kunt vergelijken met de laatste seconden van de nacht, vlak voor het eerste randje van de opkomende zon aan de horizon verschijnt.

Mantovani vertelde daarover het volgende in een interview met Felicia Bockstael van Klara: “Het is een moment waarop de tijd schijnt stil te staan. Ik dirigeerde dit werk ooit in Brazilië en ervaarde die passage toen als een bijzonder sterk ogenblik. Dat hing toen ook samen met mijn privéleven: mijn partner verwachtte een kind en precies op het moment dat dat akkoord weerklonk, kreeg ik het gevoel dat het een meisje zou zijn. Enkele maanden later is dat waarheid geworden. Ik had al lange tijd zin om een hommage te brengen aan dit specifieke fragment uit die partituur – dat ik altijd al prachtig vond, maar dat nu ook nog een persoonlijke dimensie had gekregen. Ik heb dit akkoord uit Ravels muziek als het ware bevroren en als basis gebruikt voor het verplicht werk. De piano speelt een versierende, decoratieve rol en geeft het geheel verschillende kleuren.”

In dit filmpje hoort en ziet u Le Jardin Féérique uit Ravels Ma Mère l’Oye in een versie die het BNO in december 2020 opnam ter gelegenheid van een kerst-streaming (met Eliane Rodrigues aan de piano, KEW-laureate in 1983). Het bewuste akkoord/moment waarover Mantovani het heeft, bevindt zich op 02:52.undefined

Vitaly Starikov deelde zijn 100 beschikbare repetitieminuten netjes in twee. 50 minuten voor het verplicht werk (duur: 13 minuten) en 50 minuten voor zijn Tchaikovsky (duur: een dikke 30 minuten). Hij droeg een trendy Nike T-shirt met opschrift “just do it”, en dat blijkt ook zijn motto. Let er morgen op met welk een gemak deze jongen dat aartsmoeilijke concerto van Tchaikovsky uit zijn mouw schudt. Alsof het een Spielerei is. En kijk hoe laag hij aan de piano zit en hoe hoog hij dan weer zijn handen boven het klavier heft. Dat heeft een invloed op de klank.undefined

Het BNO zet intussen alle zeilen bij om het timing-probleem op het immense podium zo goed en zo kwaad mogelijk op te vangen. Een moeilijke opgave. Door die beruchte 1,5 meter zit het orkest zodanig ver uit elkaar dat een timing zoals we die graag hebben (spatgelijk, tot op de honderdste van een seconde) quasi onmogelijk wordt. Een beetje frustrerend voor ons. We kunnen helaas het coronavirus (en de bijhorende maatregelen) niet uitvlakken. A la guerre comme à la guerre …

Als u het BNO een beetje volgt, dan zal u ook een aantal nieuwe gezichten zien: de nieuwe eerste cellist Dmitry Silvian en ook fagottist Gordon Fantini, die de grote eer (en moeilijke taak) heeft om de bij leven al legendarische Luc Loubry op te volgen. Verder hebben we een aantal free-lance vervangers aan boord (2de hobo, 2de klarinet, basklarinet, 1ste trompet, bastuba) in afwachting van een reeks audities om de vacatures in ons orkest op te vullen. Ook dat heeft uiteraard met corona te maken.

En kijk en luister goed naar de fluitisten, die morgen voor het eerst uitpakken met hun houten fluiten. De fluit werd tot diep in de 19de eeuw uit hout gebouwd, maar toen schakelde men geleidelijk aan over naar metaal (zoals we de fluit nu allemaal kennen). Tegenwoordig worden er opnieuw fluiten uit hout gebouwd en die klinken wondermooi!

Morgen meer KEW-nieuws!

Bram