Beste Vrienden van de Muziekundefined
De generale repetitie met Tomoki Sakata is net achter de rug. Hij zal dinsdagavond aantreden. Sakata besteedde slechts een half uurtje aan het verplicht werk, wat hem de gelegenheid gaf zijn Brahms-concerto volledig door te nemen. Tomoki Sakata is een fenomeen. Hij doet me een beetje denken aan Master Yoda uit Star Wars: wijs, ervaren en krachtig. Let er morgen op hoe deze man speelt vanuit een bijna magische concentratie. En dat is ook wel nodig om een monoliet als Brahms 2 te beklimmen. Wat een krachtige brok muziek is en blijft dat! Steeds opnieuw indrukwekkend. Brahms schreef dit werk 22 jaar na zijn 1ste pianoconcerto en als je beide stukken naast elkaar zet, dan kun je dat surplus aan ervaring en levenswijsheid horen. Let morgenavond op de mooie hoornsolo (gespeeld door Ivo Hadermann) waarmee het stuk begint en de cellosolo’s (Dmitry Silvian) in het trage derde deel.
De man die de kandidaten helpt bij het omslaan van de pagina’s van het verplicht werk, is Wim Baetens. Hij is al 30 jaar de regisseur van het BNO. Als we in de orkestwereld spreken over "een regisseur” dan hebben we het over de persoon die alle praktische zaken uitwerkt en behartigt. En dat is ontzettend veel: zalen, instrumenten, stoelen, lessenaars, planningen, vervangers, contracten, dirigenten en solisten taxiën, tournees voorbereiden, et cetera. De hoeveelheid werk die Wim Baetens verzet is gigantisch. Neem hem weg, en het BNO davert op zijn grondvesten. De traditie wil dat de regisseur de “blaadjesdraaier” van dienst is voor het verplicht werk van de piano-edities van de KEW. Behalve dan natuurlijk voor die enkelingen die erin slagen om dat stuk in één week uit het hoofd te leren. Benieuwd of er dit jaar ook zo een kandidaat zal zijn …
Ook dirigent Hugh Wolff is een bijzondere man. Ik heb ontzettend veel sympathie voor hem. Een dirigent naar mijn hart: superprofessioneel, heel menselijk, hard werkend, altijd tot op de tanden voorbereid en zoekend naar het onderste uit de kan. En bovendien eerlijk en integer en absoluut geen sterallures of divagedrag. Het is best wel bijzonder om de KEW met hem te doen. De laatste decennia deden we het concours altijd met een gastdirigent, die voor de wedstrijd werd gekozen en geboekt. De recentste namen waren Gilbert Varga en Marin Alsop. Sinds 2019 begeleiden we de finale van de KEW met onze eigen chef-dirigent. Ons orkest, net zoals de meeste andere symfonische orkesten ter wereld, werkt het jaar door met zijn chef-dirigent, afgewisseld met gastdirigenten. De chef-dirigent is er om de rode draad in de werking en de toekomst van het orkest uit te zetten. Hij staat een aantal jaren aan het hoofd van het orkest (Hugh Wolff had een driejarig contract, dat met 2 jaar verlengd werd en dat afloopt medio 2022), maar er zijn ook voorbeelden bekend van chef-dirigenten die decennialang hetzelfde orkest leidden.(Denk maar aan Herbert von Karajan die 35 jaar lang aan het hoofd stond van de Berliner Philharmoniker, of dichter bij huis, Jean-Claude Casadesus die meer dan 40 jaar het Orchestre National de Lille leidde). Het BNO speelt tussen 1/3 en 1/2 van de producties op jaarbasis met Hugh Wolff. Voor de andere producties wordt er een beroep gedaan op gastdirigenten. Op die manier wordt er gezorgd voor de nodige afwisseling en wordt er vermeden dat er sleet en routine komt op de relatie tussen orkest en chef-dirigent.
Het dirigentencircuit is een vrij hermetische wereld, waar agenten en managers een belangrijke rol in spelen. Agenda’s, planningen, programma's en contracten worden járen op voorhand vastgelegd en de bedragen die circuleren zijn niet voor de poes. Een goeie dirigent mag voor mijn part goed betaald worden. Ik ken weinig andere beroepen waar men zoveel verschillende soorten vaardigheden tegelijk moet beheersen om er iets van te bakken. Voor het BNO is inmiddels de zoektocht gestart naar een nieuwe chef-dirigent, die vanaf het seizoen ’22-’23 het stokje van Hugh Wolff moet overnemen. Die zoektocht vertrekt vanuit het contingent gast-dirigenten waar het orkest de laatste jaren mee gewerkt geeft, en dan vooral met die dirigenten met wie “de mayonaise gebonden heeft”.
Goed nieuws ook vandaag: na veel gepalaver over coronaprotocollen heeft men toch beslist om het grote plexischerm dat tussen de dirigent (en de piano) en het orkest stond weg te nemen. Dat scherm zorgde ervoor dat voor een deel van het orkest de piano en ook de opmerkingen van Hugh Wolff tijdens de repetities minder goed hoorbaar waren.
We beginnen vanavond met de Brabançonne, want Koning Filip komt. Ik vind die paukenroffel aan het begin van de Brabançonne altijd zo leuk. Guy Delbrouck, de voormalige paukenist van het BNO (sinds een paar maanden met pensioen) speelde eens, het was bij het begin van de pauze, die roffel toen er een poetsvrouw in de Koninklijke Loge in Bozar binnenging, waarop heel het orkest, in een soort van reflex, de Brabançonne inzette. Iedereen lag in een deuk …
Vanavond de kop eraf en morgen meer KEW-nieuws!
Bram