Vrijdag 21.05.2021

· Blog KEW 2021

Beste Vrienden van de Muziek

Vandaag repeteerde het BNO de keuzeconcerto’s met de zes finalisten. Zes keer 50 minuten, met de chronometer :-) Tchaikovsky met de Rus Vitaly Starikov (die op maandag zal spelen),

Brahms 2 met de Japanner Tomoki Sakata (dinsdag) en de Fransman Jonathan Fournel (de laatste kandidaat, op zaterdag), Prokofiev 2 met de Japanner Keigo Mukawa (de kandidaat voor woensdagavond) en Rachmaninov 3 met de Russen Sergei Redkin (donderdag) en Dmitry Sin (vrijdag).

De ervaring leert dat er bij veel kandidaten een niveauverschil is tussen de repetitie en het concert. En dat kan in beide richtingen werken. Sommigen spelen een fantastische repetitie, maar vallen op het concert een beetje door de mand (stress, warmte, vermoeidheid ...). Anderen spelen een matige repetitie, maar stijgen dan op het concert weer boven zichzelf uit. Dat zijn mensen die “het mes op de keel” nodig hebben om tot het uiterste te gaan. De boost van een bomvolle zaal kan daar ook een rol in spelen, maar dat zal Anno Domini Coronaeque 2021 uiteraard niet zo zijn.

“Hebben jullie als orkest jullie eigen favorieten?” wordt me af en toe gevraagd. Wellicht wél, maar dat doet eigenlijk niet ter zake. Vooreerst hebben we met het BNO de plicht om compleet onpartijdig te zijn en voor elke kandidaat 100 % van ons kunnen en weten ter beschikking te stellen. Het is in mijn 20 jaar KEW-finales nog nooit gebeurd dat het orkest een bepaalde finalist bewust zou bevoordelen of benadelen. Ik zie ook niet goed in hoe dat zou kunnen gebeuren.

Als het gaat om het beoordelen van de kandidaten, zijn wij trouwens niet echt goed geplaatst. Wij horen niet op het podium (achter de piano) wat de jury in de zaal hoort. Bovendien is het moeilijk om iets te beoordelen waar je zelf middenin zit. Dat gaat beter als je wat afstand kunt nemen, letterlijk en figuurlijk.

Men heeft het podium van de Henri Le Boeufzaal hier in Bozar extra uitgebreid voor deze corona-editie van de KEW. Er bestond al een wegneembare uitbreiding om een podium-XL te maken in het geval van grote orkestbezettingen. Nu werd er nog een tweede uitbreiding aan toegevoegd om een podium-XXL te creëren, waar het volledige orkest plaats kan nemen, met inachtneming van de verplichte 1,5 meter afstand tussen de musici. Vandaag ondervond ik dat die afstand, in combinatie met de plexischermen tussen de musici, het samenspel echt lastig maakt. Er doet zich nl. een vertraging van de klank voor tussen de voor- en de achterkant van het podium en de linker- en de rechterkant. Het verschil tussen het moment dat de klank geproduceerd wordt en waargenomen wordt aan de andere kant van het podium bedraagt bijna 1 tiende van een seconde, wat meer dan genoeg is om een orkest uit elkaar te drijven. En dat gaat als een lawine: de ene kant van het podium hoort de andere kant een fractie later en gaat dus ook een beetje later spelen, wat dan aan de andere kant op zijn beurt weer wat later gehoord wordt, waardoor er ook daar weer (nog) later gespeeld wordt. En voor je het weet, staat het orkest in een spreidstand op twee ijsschotsen die steeds verder uit elkaar drijven. We zullen dus, alweer letterlijk en figuurlijk, heel erg op onze tellen moeten passen…

Zondag meer KEW-nieuws!

Bram