Zaterdag 25.05.2024

· Blog KEW 2024

Zaterdag 25.05.2024
Beste Vrienden van de Muziek

Ik schrijf u op het einde van een lange repetitiedag. Vandaag repeteerden we de keuzeconcerto’s van de 6 finalisten die volgende donderdag, vrijdag en zaterdag zullen aantreden. Alle finalisten bevinden zich intussen in Waterloo, in de Muziekkapel Koningin Elisabeth, waar ze in afzondering het verplicht werk instuderen. De uitstap naar Bozar gisteren of vandaag betekent dus even terug in de bewoonde wereld. Antony Hermus vertelde me dat hij bij alle kandidaten een soort van algemene paniek ontwaarde in verband met dat plichtwerk. De ongerustheid over de speelbaarheid en vooral het samenspel met het orkest is blijkbaar erg groot. Als dat maar goed komt…

Tijdens de repetities werkt maestro Hermus met een assistent-dirigent die plaatsneemt in de zaal, precies op de plek waar de jury zal zitten. De assistent neemt voortdurend notities over de balans: het evenwicht tussen het orkest en de vioolsolo. Omdat dat een geval is van 1 tegen 80 moet er heel goed op gewaakt worden dat het orkest de soloviool nooit overstemt. Niet altijd een makkelijke klus omdat er bij de meeste instrumenten een ondergrens is aan hoe stil je kan spelen. Bovendien is het een van de moeilijkste zaken in het vak van orkestmusicus (of van musicus in het algemeen) dat je als speler niet hoort wat het publiek hoort. Dat heeft vele redenen. De belangrijkste reden is de ‘plaats’ natuurlijk: wij horen op het podium andere zaken en in andere verhoudingen dan het publiek dat tientallen meters verder in de zaal zit en ook dan wat u thuis op tv hoort. Vandaar dat een assistent in de zaal - die dus dient als 3de en 4de oor voor de dirigent - zo handig is. Ook het instrument dat je vasthoudt, in je mond hebt, of tegen je hoofd houdt, verdraait de waarneming. Een violist heeft zijn linkeroor ontzettend dicht bij de klankbron. En ik, als hoboïst, krijg de trilling van mijn riet in mijn mond via het verhemelte rechtstreeks naar de gehoorschors in mijn hersenpan. Dat is bv. de reden waarom we allemaal zo schrikken als we een opname horen van onze stem. Dan is die directe lijn naar de hersenen er even niet. En wat ook meespeelt: je kunt soms auditief zodanig op iets gefocust zijn (een vervelend loopje, een moeilijke inzet…) dat je het geheel even uit het oog verliest of dient te verliezen. Als je een muur schildert, kun je ook pas het volledige resultaat beoordelen als je even een stap achteruitzet, nadat je er een hele tijd met je neus hebt op gezeten :-)

Even terug naar de orde van de dag: ik was compleet omver geblazen door de Shostakovich van de Koreaanse SongHa Choi. (Niet te verwarren met de Amerikaanse kandidate met dezelfde familienaam.) Zij zal komende donderdag als eerste de ‘bozarena’ betreden. Haar zus won 2 jaar geleden de cellowedstrijd. Ze begon ontzettend zacht en breekbaar, waardoor het eerste deel een enorme opbouw kende. Door heel haar uitvoering heen kon je de gigantische constructie van dit meesterlijke concerto voelen, net zoals je een kathedraal binnenstapt en onder de indruk bent van de indrukwekkende architectuur van het gebouw. Ook in het langzame derde deel en de daaropvolgende cadens, die ze helemaal speelde, zocht ze de grenzen van de fragiliteit op. Prachtig was dat! En ondanks die minimale decibels, bleef haar klank toch groot en present.

Ik moest na al die magie van Choi heel erg wennen aan het geluid van Julian Rhee, de 2de kandidaat voor donderdagavond, met Tchaikovsky. Dat heeft wellicht alles te maken met het instrument dat hij bespeelt. En dat is meteen een van de redenen waarom ik het vioolconcours nog interessanter vind dan bv. het piano-concours: er zit meer kleur en meer variatie in door het feit dat elke kandidaat op een ander instrument speelt. Bij de pianowedstrijd neemt iedereen plaats achter dezelfde vleugel. Het vioolconcours is een parade van verschillende instrumenten, vaak van legendarische bouwers als Stradivarius, Guarneri en Amati. Dat geeft anderzijds dan ook een probleem naar objectiviteit toe. Niet iedereen kan over zo een topviool beschikken. Ik schreef het vorige keer al: met een nog beter instrument was onze Belgische Sylvia Huang 4 jaar geleden wellicht nog hoger geëindigd… De 2de reden waarom ik zo moest wennen ligt wellicht aan het feit dat je de concerto’s van Tchaikovsky en Shostakovich qua diepgang en zeggingskracht eigenlijk niet met elkaar kunt vergelijken. Als je Tchaikovsky na Shostakovich hoort, dan valt dat eigenlijk wat tegen. In die zin is het met al die keuzeconcerto’s natuurlijk ook een beetje zoals appelen met peren vergelijken. Anderzijds, stel je voor dat iedereen naast het plichtwerk ook nog eens hetzelfde concerto zou moeten spelen… dat zou maar al te gek zijn!

Julian Rhee - excuses voor de afdwaling - bracht een heel mooie Tchaikovsky. Hij speelde met erg veel vibrato en zelfs de snelle en korte noten kregen er een scheut van mee. De snelle delen klonken bij wijlen als een dansje en zo bewoog hij ook!

En dan kwam Kevin Zhu, de kandidaat van vrijdagavond, ook met Shostakovich. Wat een geluid komt er uit die viool, ongelofelijk! De Shosta van Kevin denderde als een trein en hij imponeerde met super stevig en gespierd vioolspel. Het was misschien iets minder subtiel dan Choi een paar uur daarvoor, maar vooral in de snelle delen was het allemaal erg indrukwekkend. “Vioolspel met ballen!” zei een collega tijdens de pauze. Bijzonder was ook dat die finalist heel zijn repetitie met de rug naar de zaal stond en ons dus aankeek, waardoor het contact natuurlijk optimaal was. Volgende vrijdag zal dat totaal anders zijn…

Met de Japanse Minami Yoshida kwam het concerto van Elgar voor de tweede keer op de lessenaar. Letterlijk, want die finaliste deed haar repetitie niet uit het hoofd, maar wel met haar ogen gericht op de partituur en ik ben niet zeker dat ze dat vrijdag anders zal doen. Minami ontroerde me in het langzame tweede deel. In de andere delen miste ze naar mijn heel bescheiden mening wat persoonlijkheid en wat présence in de klank. Dat kan natuurlijk ook komen omdat we met zijn allen nog danig onder de indruk waren van de TGV Kevin Zhu die ons net daarvoor overreden had. Die kandidate had net voldoende tijd om haar concerto door te spelen. Tijd voor correcties of overleg was er niet. Onder collega’s vroegen we ons af of het geen goed idee zou zijn dat de KEW in de toekomst het aantal minuten repetitie zou toekennen in verhouding tot de lengte van het keuze-concerto: bv. 45 minuten voor een concerto van 35 minuten en 60 minuten voor een concerto van 50 minuten. Stof om over na te denken…

Terwijl ik de mentale en auditieve vermoeidheid al begon te voelen, presenteerden zich de 2 kandidaten voor de laatste avond: de zaterdagavond, tevens de avond van de proclamatie. Statistisch gezien levert die avond het vaakst de winnaar op. De eerste was de Oekraïner Dmytro Udovychenko, een sympathieke en schrandere jongeman. Ook zijn Shostakovich was een belevenis! Zo krijgen we 4 op de 4 steengoede versies van dit concerto in de finale. Hij pakte de snelle delen wat speelser aan dan de andere kandidaten vandaag. “Een Oekraïner die een Russisch stuk speelt?” zullen sommigen onder u misschien denken… Dmytro vertelde me dat het zijn manier is om zijn onvrede over de huidige situatie uit te drukken, net zoals Shostakovich dat in illo tempore met deze muziek deed tegenover het beleid van Stalin.

Als laatste kwam de Amerikaan Joshua Brown aan de beurt. Hij speelde een heel vanzelfsprekende en natuurlijke Brahms. Wat mij beviel was een mooi evenwicht tussen power en poëzie, tussen breekbaarheid en stevigheid. Vaak vind ik dat kandidaten te veel van het ene en te weinig van het andere hebben, maar bij Joshua zit dat helemaal in balans. Hij had na het doorspelen meer dan een kwartier de tijd om rustig de nodige zaken te hernemen en bij te stellen.

“Welke avond moeten we nu tv kijken?” is de vraag die ik nu veel gesteld krijg. In alle eerlijkheid: onmogelijk te beantwoorden. Ik denk dat ‘elke avond’ het enige juiste antwoord is. De 12 finalisten van de huidige KEW zijn allen van een uitzonderlijk hoog niveau. Op basis van de eerste kennismaking met de 12 keuzeconcerto’s ben ik geneigd te zeggen dat we veel Brahmsen en Shostakovichen bij de eerste 6 geklasseerde laureaten zullen tellen. Het wordt in elk geval volgende week een finale om duimen en vingers bij af te likken!

Morgen meer KEW-nieuws!

Bram