Vrijdag 24.05.2024 

· Blog KEW 2024

 

Beste Vrienden van de Muziek

Vandaag kregen we de eerste 6 finalisten op bezoek, elk met hun keuzeconcerto. Dat zijn dus de kandidaten die volgende week maandag, dinsdag en woensdag zullen aantreden. Ze kregen elk (netjes afgemeten met de chronometer) 50 minuten repetitietijd. Dirigent Antony Hermus heeft gisteren en eergisteren individueel met de kandidaten de orkestrepetitie voorbereid. Normaal hoort daar ook een pianist bij, die dan de orkestreductie voor zijn rekening neemt, maar Maestro Hermus doet dat allemaal zelf: aan de piano begeleiden én dirigeren. 

Een trend die ik de laatste 25 jaar kon vaststellen (ik kom intussen aan 13 Koningin Elisabeth Wedstrijden, als ik goed tel): vroeger was de finale voor veel kandidaten de allereerste kans om hun keuzeconcerto met ‘een echt orkest’ (i.p.v. met piano) uit te voeren. Met alle gevolgen van dien: ontzettende zenuwen om zo voor de leeuwen gegooid te worden, niet weten wat je wél en niet kan doen als je met zo een groot apparaat samenspeelt, geen ervaring om met een dirigent samen te werken, et cetera. Tegenwoordig merken we dat bijna alle finalisten hun keuzeconcerto al een of meerdere keren met orkest hebben uitgevoerd voor ze naar Brussel afzakken voor de KEW. Dit jaar zijn er dat 10 van de 12. Alleen voor de beide kandidaten die Elgar zullen spelen, zal het een first time zijn. 

De dag begon met de Tchaikovsky van de Amerikaanse Hana Chang, de eerste kandidate voor maandagavond. Hana is afkomstig uit Boston, maar studeert de laatste jaren in Europa bij Janine Jansen en Christian Tetzlaff, twee topviolisten waarmee we in het BNO de laatste jaren enkele keren samenwerkten en die een hele diepe indruk nalieten. Hana Chang speelde haar Tchaikovsky concerto met een verbluffend gemak en tonnen ‘overschot’. Ze koos ontzettend snelle tempi. Ook het langzame 2de deel speelde ze opvallend snel. Hana gaf me een heel chille indruk en ze nam in het eerste deel rustig de tijd om ook de grote cadens in het eerste deel (dat is de passage waar het orkest niet speelt en die op repetities vaak wordt overgeslagen) helemaal te spelen. Het valt me op dat ze haar instrument ontzettend laag houdt. Vreemd is dat. Volgens mij beïnvloedt die houding de projectie van de klank in de zaal.

Met de Koreaan Dayoon You, die maandagavond als 2de zal spelen, kwam Elgar voor het eerst aan de beurt. Dayoon is een typische exploot van de pedagogische aanpak die in Zuid-Korea sinds een tijdje gehanteerd wordt: kinderen worden op heel jonge leeftijd gescreend op bijzondere talenten (muziek, sport, wetenschappen, enz.). De meest getalenteerde kinderen krijgen dan tijdens hun jeugd de grootst mogelijke ondersteuning om dat talent verder te ontwikkelen: speciaal onderwijs, de beste docenten, beurzen… Op die manier slaagt het land erin om uitzonderlijk goede wetenschappers, musici en sportlui voort te brengen, tot eer en glorie van heel de natie. Zolang het kind en het individu dat zelf ook willen en er geen onmenselijke druk om te presteren opgelegd wordt, lijkt me daar niets mis mee. 

Dayoon You zorgde voor een heel solide uitvoering van Elgar. Hij heeft een grote en volle klank en laveerde heel behendig door het concerto. Niet dat ik erdoor van mijn stoel viel, maar het was allemaal supergoed gecontroleerd en uitgevoerd. We sloegen de lange orkestrale inleiding over, evenals een groot tussenspel in het eerste deel waardoor er zowaar 5 repetitieminuten over waren voor een aantal correcties in het eerste deel. In het laatste deel van Elgar komt er een grote cadens, die voor één keer wél begeleid wordt door het orkest: de vioolsolo speelt er op een bedje van pizzicato’s bij de strijkers. Pizzicato betekent dat de snaren met de vinger geplukt worden i.p.v. met de strijkstok gestreken. Elgar schrijft in deze bewuste passage voor dat de orkestmusici hun viool of altviool op de schoot en onder de arm moeten houden (pizzicato à la guitare). Ik weet niet of de tv dat in beeld zal brengen?

De Amerikaanse Karen Su - zij zal dinsdag als eerste spelen - studeert sinds 2020 aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth in Waterloo. Haar docent daar is Augustin Dumay, die vaak violisten in de finale heeft. Vorige keer was dat Julia Pusker. Karen speelde een erg indrukwekkende Brahms. Van bij de eerste inzet nam ze het heft in handen. Ze heeft een erg groot en briljant geluid (mede dankzij het feit dat ze alles een haartje hoger intoneert dan het orkest) en een heel solistische présence. Haar Brahms boeide me van de eerste tot de laatste minuut en het samenspel met het orkest verliep evident, ondanks de vele kleine fluctuaties in het tempo van haar spel. 

Na de middagpauze was het de beurt aan Ruslan Talas, de tweede kandidaat voor dinsdagavond, eveneens met Brahms. Ruslan is afkomstig uit Kazakhstan en kreeg zijn opleiding voornamelijk in Moskou. Waar is de tijd dat Rusland hofleverancier was voor de finale van de KEW en het voor veel Russische finalisten dé gelegenheid was om de wereld achter het IJzeren Gordijn te ontvluchten en een nieuw leven te beginnen in het Westen? De Brahms van Ruslan was ook weer erg goed. Die jongen heeft ontzettend veel in zijn mars. Ik denk ook dat hij nog groeimarge heeft en de komende jaren aan maturiteit zal winnen. Zijn klank is misschien iets minder briljant dan Karen Su in hetzelfde stuk, maar toch ook heel indrukwekkend.

Met de Koreaanse Anna Im kwam de enige Sibelius in de huidige editie aan bod (volgende week woensdagavond). Het is voer voor statistici, maar bij mijn weten is het nog nooit gebeurd dat Sibelius slechts eenmaal in de finaleweek zit. De Sibelius met Anna Im was supermooi. Haar klank is helaas niet zo groot en er is iets in haar vibrato wat me niet bekoort. Vibrato is het golfje dat in de klank gebracht wordt: het komt uit de linkerhand die je heen en weer ziet gaan op de toets van de viool en zo extra expressiemogelijkheden biedt. In het geval van Anna Im is dat een heel snel en opzichtig vibrato. Ze gebruikte haar resterende tijd om enkele zaken in het 3de deel te hernemen.

De Amerikaanse Elli Choi, de tweede kandidate van de woensdagavond, leek totaal niet onder de indruk van de omstandigheden en maakte een heel ontspannen indruk. Ze was heel communicatief met het orkest en maakte constant grapjes. Elli bracht een superindrukwekkende Shostakovich: krachtig, energiek en heel erg virtuoos. Wat een violiste, wat een muzikante, wat een brok energie, wat een wervelwind! Misschien net niet ingetogen genoeg in de twee trage, meer introverte delen…

Bij al het bovenstaande nog drie belangrijke bedenkingen: ik doe al die indrukken op vanop mijn stoel in het orkest. Dat is niet de beste positie om de zaak te beoordelen. De jury zit volgende week op de eerste rij in de corbeille. Vandaar heb je een perfect auditief zicht op het hele gebeuren. Ten tweede ben ik maar een gewone orkest-hoboïst en helemaal geen vioolspecialist. Mijn vioolkennis is peanuts in vergelijking met de wat bv. de juryleden en de panelleden op radio en tv ervan afweten. En ten slotte heeft de ervaring geleerd dat het gevaarlijk is om conclusies te trekken op basis van de repetities. Er zijn elke editie kandidaten die een minder goede repetitie spelen, maar dan op de avond van hun optreden precies iets meer kunnen. Dat zijn de podiumbeesten die op het moment van de waarheid boven zichzelf kunnen uitstijgen. En omgekeerd gebeurt het ook dat een kandidaat een fantastische repetitie speelt en op het concert bezwijkt onder de stress, de druk en de warmte. Het wordt dus afwachten wat het volgende week wordt. In elk geval is het niveau van de 6 mensen die ik vandaag hoorde onwaarschijnlijk hoog. Du jamais vu, du jamais entendu…
 
Morgenavond meer KEW-nieuws!

Bram