Dinsdag 25.05.2021

· Blog KEW 2021

Beste Vrienden van de Muziek

We repeteerden zonet met Keigo Mukawa, de Japanse kandidaat die morgen (woensdag) zal spelen. Hij ging erg efficiënt met zijn tijd om en besteedde slechts een half uur aan zijn verplicht werk (één keer doorspelen, gevolgd door wat correcties) om dan direct Prokofiev 2 aan te vallen. Na het doorspelen van de Prokofiev had hij nog een half uur over voor correcties en details. Een luxe!

Let morgen op de bijna psychedelische cadens aan het einde van het eerste deel, onmiddellijk gevolgd door een quasi apocalyptische inzet van het orkest. Het tweede deel is dan weer precies een kudde antilopes die aan topsnelheid door de savanne razen. Mukawa had mij voortdurend in zijn greep. Als een actionpainter bestookte hij de piano onophoudelijk met trefzekere salvo’s veelkleurige verf. Benieuwd of dat morgenavond ook zo zal zijn!

Laat het mij ook even hebben over gisterenavond. Vitaly Starikov gaf meer dan het beste van zichzelf, en dat is op zich al een enorme bravo waard. Ik denk niet dat we gisteren de winnaar gehoord hebben, maar je moet het potverdorie toch maar doen, daar op dat bankje gaan zitten in de wetenschap dat het kruim van ’s werelds beste pianisten een paar meters verder op je vingers zit te kijken en er bovendien een eskadron camera’s en microfoons je koorddanspartij voor de mensheid tot het einde der tijden vastlegt. Het is en blijft een vak waarin je slechts één kans krijgt. Een schilder kan zijn canvas overschilderen, een beeldhouwer kan desnoods een nieuw blok marmer nemen, een acteur kan het rechtzetten als hij zich verspreekt, een architect kan er nog eens een nachtje over slapen, een schrijver heeft een deletetoets op zijn computer, maar een uitvoerend musicus heeft slechts één kans. Vergelijk het met die allerlaatste beslissende penalty tijdens de finale van het WK-voetbal, maar dan wel een uur aan een stuk. Het publiek heeft daar uiteraard weinig boodschap aan, maar eens die gedachte zich in je hoofd genesteld heeft (en dat is eigenlijk onvermijdelijk), wordt alles nog tien keer moeilijker dan het an sich al is.

Het was erg weird om zo voor een lege zaal te spelen. Net alsof je naar een trouwfeest gaat in een funerarium. De afwezigheid van het publiek was bij momenten bijna pijnlijk voelbaar. Het publiek is een wezenlijk deel van de KEW (van elk concert!). In de wetenschappelijke wereld is men er als de dood voor dat de waarnemer het waargenomene zou beïnvloeden en beweegt men hemel en aarde dat dat niet zou gebeuren. Welnu, wat de podiumkunsten betreft, is dat net andersom: de waarnemer is de facto een deel van het waargenomene en beide partijen gaan bovendien constant met elkaar in interactie.

Het gevecht tegen de decalages binnen het orkest en tussen orkest en solist heeft ons erg benomen gisteren. Toen ik van het podium stapte, had ik het gevoel dat het best wel goed gelukt was. Bij het herbeluisteren en herbekijken viel dat toch ietwat tegen. Meer dan ons uiterste-uiterste best kunnen we echter niet doen. De onderlinge afstanden zijn gewoon te groot en de Fysica van het Geluid is een wetboek dat je niet kunt herschrijven. Frustrerend, het minste wat je kan zeggen. Ik voel me een beetje zoals na een voetbalmatch waarbij men plots het veld en de doelen twee keer zo groot maakte, maar wel met elf tegen elf bleef spelen. (Dat was de laatste voetbal-metafoor; ik beloof het.)

Mijn dorpsgenoot Chris Maene zet voor deze KEW de grote middelen in. De piano die deze week gebruikt wordt, is het neusje van de Steinway-zalm. Een straf staaltje van instrumentenbouwkunde, dat klinkt als een sprookjesachtige toverdoos. De kleuren, geuren en smaken die in dit instrument zitten, kun je enkel live in de zaal ten volle savoureren. Daar is geen microfoon en geen luidspreker (ook niet de allerduurste) tegen opgewassen. Naast de piano op het podium staat er backstage nog zo een exemplaar klaar. Bij het kleinste mankement springen er twee mannen uit de volgwagen er wordt er van piano gewisseld (lap, een koersmetafoor, ik weet niet wat ik heb vandaag). Er is deze week ook permanent een stemmer aanwezig in Bozar, die beide instrumenten meerdere keren per dag stemt en afregelt. De man vertelde me dat hij zelfs bereid zou zijn om ’s nachts op het podium, onder de piano te kamperen. Voor een slordige 160.000 euro hebt u zo een instrument bij u thuis in uw woonkamer. Het bankje krijgt u er gratis bij. De kamperende pianostemmer wellicht niet.

Ik kijk ontzettend uit naar wat Tomoki Sakata vanavond uit zijn hoed zal toveren en breng u morgen meer KEW-nieuws!

Bram